In de Haagse feestweek net voor zijn kroning heeft Charles II veel getrouwen beloond. Sommigen werden geridderd, anderen kregen een compagnie, zoals Langerak op 29 mei 1660. Buat had al een compagnie. Hij kreeg een jaargeld van 500 gulden toegezegd.
Die jaarlijkse toelage werd onregelmatig uitbetaald. Buat is na 1660 nog een enkele keer in Londen geweest en heeft er toen navraag naar gedaan. Waarschijnlijk heeft hij het in 1661, toen hij met The Dutch Gift in Londen was, inderdaad uitbetaald gekregen. Daarna lijkt de uitbetaling te zijn gestokt. Koning Charles had wel vaker de onhebbelijke neiging om zijn beloften niet na te komen.
In 1664 hebben niet nader bij naam genoemde vrienden (Sylvius? Beverweerd? Bennet?) bij Charles zich hierover beklaagd. De Koning schreef vanuit Londen in maart aan Buat het volgende briefje:
Londres, ce 25 Mars 1664
Buat,
Ayant differé encore de satisfaire aux instances que vos amis me fort d’establer votre pension, pour la consequence que cela donneroit aux autres, j’ai aisement consenté de vous asseurer que la manque de formalitite’s ne vouw frustera pas des effects, me souvement bien des services que vous m’avez rendus amoi a mon beau frere le Prince d’Orange, et ceux que vous continues de rendre a mon neveu et sur ce fondement prenes vos mesmes, vous asseurent toujours de mon amitië, qui de vous manquera jamais.
Charles R.
[Vertaling]
Londen, 25 maart 1664
Buat,
Nadat de verzoeken van uw vrienden is de uitkering van uw pensioen enigszins uitgesteld, vanwege het gevolg dat het zou hebben voor anderen. Ik heb er voor het gemak mee ingestemd u ervan te verzekeren dat het gebrek aan formaliteiten u niet zal frustreren wat de uitbetalingen betreft.
Ik ben goed op de hoogte van de diensten die u mij hebt bewezen aan mijn zwager de Prins van Oranje, en die u nog steeds levert aan mijn neef [prins Willem III] en weet u daarom voor altijd verzekerd van mijn vriendschap, die nooit zal uitblijven.
Charles R
Of in latere jaren het toegezegde pensioen daadwerkelijk is uitbetaald, valt te betwijfelen. Buat werd verteld dat hij het jaargeld kon verkrijgen bij de thesaurier van prinses Amalia. Het zou dan opgeteld worden bij de schuld die Charles nog bij prinses Amalia had uitstaan. Amalia zal hier niet verguld mee zijn geweest. De schuld is tijdens het leven van Buat nooit ingelost.