Ga naar inhoud
BUAT
Menu
  • Blogs
  • Brieven
  • Contact
  • Najaarsfolder
  • Over Buat
  • Personages
  • Toelichtingen
Menu

Hoofdstuk 3

Gepubliceerd op 11 december 202311 december 2023 door Jean-Marc van Tol

Een naderend afscheid

***DISCLAIMER: deze toelichtingen op de hoofdstukken van Buat bevatten spoilers.***

De informatie in dit hoofdstuk is afkomstig uit de correspondentie van raadpensionaris Johan de Witt zelf. Zo schreef Johan op 21 april 1665 onderstaande brief aan zijn broeder Cornelis, ‘de heer ruwaard van Putten, Gecommitteerde Raad van Staten van Holland en West-Friesland, wonende op de Prinsegracht in ’s Gravenhage.’

Johan vertelt dat hij op de morgen van zijn vertrek uit Den Haag (20 april 1665) nog contact heeft gehad met de Franse afgezant De Tassin de Torsay om hem gerust te stellen: Johan zou ervoor zorgen dat Frankrijk steeds op tijd alle informatie zou ontvangen. Omdat de Tassin de Torsay de broer is van Tassin d’Alonne, die later in het boek een rol speelt, vond ik het leuk om deze gezant te noemen.

De rest van de informatie komt uit andere correspondentie.

Op 23 april 1665 schrijft Johan de Witt zijn neef Nicolaas Vivien over zijn vertrek naar de vloot.

(Aan Nicolaas Vivien. 23 April 1665).
“Mijn heere ende neve ,
UwEd.ts missive van huyden is my desen avondtentrent ten 7 uyren wel behandicht. Het sal my sonderling aengenaem ende oock ten hoochsten noodich sijn, soo voor den dienst van ’t landt als voor UwEd.ts gemack ende gerieff, dat UwEd. t’mynen huyse zyne besoignes gelieve te doen ende aldaer syne nachtruste te nemen.”

Deze zin is overgenomen in de dialoog die Johan de Witt in dit hoofdstuk met zijn boer en neef voert. Cornelis en Vivien zijn in het boek op bezoek gekomen om Johan gedag te zeggen.

In werkelijkheid heeft dit bezoek nooit plaatsgevonden. Johan heeft zijn broer en neef via de hierboven vermelde brieven op de hoogte gesteld van zijn beslissing om naar de vloot te gaan, terwijl hij zich al op een zeiljacht bevond, ‘zeilend tussen Wieringen en Texel’.

Uit de brief blijkt nóg een feitje dat niet strookt met de waarheid. In het boek Buat woont Cornelis op het Lange Voorhout, maar volgens deze brief van Johan woonde Cornelis in april 1665 op de Prinsegracht. Omdat ik graag wilde dat alles zich afspeelde op de vierkante kilometer rond het Binnenhof en Cornelis later dat jaar naar het Voorhout zou verhuizen, heb ik deze eerdere verblijfplaats van Cornelis achterwege gelaten. Dat bespaarde mij (en hem) een verhuizing.

Recente berichten

  • Lezing correspondentie
  • Sigrid Koetse (1935-2025)
  • Substack
  • Hoofdstuk 27
  • Hoofdstuk 26

Archieven

  • maart 2025
  • februari 2025
  • juni 2024
  • mei 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2022
  • oktober 2021
  • september 2021
  • juli 2021

Over Buat

Errata
Waar geschreven wordt vallen spaanders. Omdat in nieuwe drukken zoveel mogelijk zet- en typfouten (of erger) voorkomen worden, vragen we u om iedere spaander te melden: vt (at) foksuk (punt) nl.

Lijst met gevonden missers in de eerste druk van Buat:
p. 282 Dutch Gif > -mist een t
p. 293: inde ipv in de
p. 498: beweerd
Met dank aan Peter Altena.

p. 118 Sir Downing > Sir George
p. 219: "Mij interesseerde vooral de brieven ...": > interesseerdeN
p. 241 Sir Downing > Sir George
P. 278 Sir Henry Bennet > Sir Henry
In de tweede druk zal de Engelse titulatuur verbeterd worden.

Met dank aan Willem den Hertog